Fontys onderzoeksgroep Applied Natural Sciences – Life Sciences werkt voor haar onderzoeken samen met studenten van verschillende opleidingen. Hafsa Hadda, inmiddels afgestudeerd aan de opleiding Forensisch Onderzoek bij Avans Hogeschool, bracht veel tijd door in het lab om testen naar soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen) uit afvalwater te verbeteren. Samen met onderzoeksmedewerker Annelieke van Bergen vertelt ze over dit onderzoek.
Het doel van haar afstudeerstage was een methode op te stellen die ziekteverwekkers van soa’s terug kan vinden in afvalwater. ‘Ik heb vele uren in het lab gestaan om te ontdekken welke onderzoeksmethode het beste is’, vertelt Hafsa. De bacteriën in afvalwater moeten eerst geïsoleerd worden, voordat de volgende stappen in het testproces, identificeren en vaststellen, gezet kunnen worden. ‘Het afvalwater is te vuil om direct metingen mee te doen. Je kunt dan niks vinden. Als je begint, weet je niet wat gaat werken.’ Na uitgebreid labwerk, bleven er twee methodes over waar de afstudeerder haar onderzoek mee vervolgde.
Foto-onderschrift: Naomi van der Mooren (l) en Annelieke van Bergen halen afvalwater op om een test mee uit te voeren.
Bewustwording
Waarom is dit onderzoek en deze methode zo belangrijk? Annelieke legt uit: ‘Niet iedereen die een geslachtsziekte heeft, weet dit. Omdat de symptomen soms niet zichtbaar zijn. Als je met onderzoek de plaats, hotspot, kunt bepalen kan de GGD gerichter voorlichting geven. Niet persoonlijk, want uit de testen kunnen we geen individuele gegevens halen, maar wel gericht op bepaalde groep en locatie. Zo creëer je bewustwording voor veilige seks.’ Hafsa vult aan: ‘Als je je niet bewust bent dat je die ziekte hebt, kan dat vervelende gevolgen hebben. Dat wil je voorkomen: je wilt dat dragers van de ziekte op tijd behandeld worden.’
Kennis opbouwen
De onderzoeksgroep Applied Natural Sciences – Life Sciences startte destijds het onderzoek, omdat ze nog weinig kennis hadden over het gebruik van afvalwater voor het testen van ziektes. ‘We waren bekend met de toepassing. We wisten dat deze gebruikt werden om het coronavirus aan te tonen. Omdat we ons binnen de onderzoeksgroep bezighouden met andere projecten rondom soa’s, was ons doel om daar een universele test voor te ontwikkelen’, legt Annelieke uit. Voor die ontwikkeling werkt de onderzoeksgroep onder andere samen met partners MUMC+ (Maastricht Universitair Medisch Centrum), RIVM en het bedrijf Sure Laboratories. Annelieke: ‘Het RIVM was in eerste instantie niet betrokken, maar kreeg te horen over het onderzoek en raakte enthousiast. We deelden praktijkervaringen, wat ten goede kwam aan ons onderzoek. Via het MUMC+ krijgen we het materiaal om de testen uit te voeren.’
Nieuw inzicht
Voor Hafsa was het belangrijkste resultaat van haar stage de kennismaking met nieuwe methodes. ‘Je krijgt een ander perspectief en nieuwe inzichten op de mogelijkheden van moleculaire testen. Ook zijn de faciliteiten bij Fontys anders dan ik gewend ben. Daar kom je als student niet zomaar mee in contact.’ Dat nieuwe inzicht is ook een meerwaarde voor de onderzoeksgroep. ‘Studenten met verschillende opleidingsachtergronden, daar leren wij ook weer van”, aldus Annelieke.
