Avans en Fontys bundelen krachten: ‘Beter voor de student, beter voor Brabant’

FOR SOCIETY

Avans Hogeschool en Fontys: rivalen die met elkaar concurreren om studenten, docenten en de beste samenwerkingen met het werkveld. Althans, dat zou je denken. Maar anno 2025 zoeken Avans en Fontys steeds vaker de samenwerking op, wat in april werd bekrachtigd met een Code of Conduct. Vanwaar deze toenadering? Is de concurrentiestrijd echt verleden tijd? Bestuursvoorzitters Marjan Hammersma (Avans) en Joep Houterman (Fontys) geven tekst en uitleg.

 

Marjan en Joep, hoe uniek is zo’n gezamenlijke Code of Conduct, met samenwerkingsafspraken over het opleidingsportfolio, eigenlijk in onderwijsland?

Joep: “Dat we de eerste zijn durf ik niet te beweren, maar ik ken geen andere voorbeelden.”

Marjan: “Onderwijsinstellingen tekenen wel vaker samen overeenkomsten, maar dan projectmatig of sectoraal. Bijvoorbeeld bij een onderzoeksproject. Maar wij gaan nu echt structureel met elkaar in gesprek om het aanbod voor studenten op elkaar af te stemmen, om de regio sámen te bedienen. Ik heb dat niet eerder gehoord, ook niet in mijn periode bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (van 2005 tot 2023, red.).”

De Code of Conduct komt niet uit de lucht vallen. De samenwerking is de laatste jaren toegenomen. Waar zijn jullie trots op?

Joep: “Concreet denk ik aan de 3 masteropleidingen die we samen gaan aanbieden in joint degrees. Ook de Juridische Hogeschool, een samenwerking die al langer bestaat, vind ik een mooi voorbeeld. Omdat de JHS, net als die masteropleidingen, de drempel verlaagt om permanent met elkaar in gesprek te gaan. Over het vakgebied én over andere zaken.”

Marjan: “Wat ik mooi vind, is dat we nu de samenwerking in de breedte opzoeken. Waar de JHS is gericht op de ontwikkeling van het vak, gaan we nu samen optrekken om studenten en de regio te bedienen. Dat we de nieuwe masters samen gaan aanbieden, is daarvan een illustratie.”

De hbo-masters zijn nog niet bij iedereen bekend. Waarom zijn ze zo waardevol?

Joep: “Veel hbo-bachelorstudenten willen een praktijkgerichte masteropleiding gaan volgen, maar dat aanbod is nog relatief beperkt. Ze kijken al snel naar universitaire masters, die vaak een ander profiel hebben en waar ze vaak een pre-master voor nodig hebben. Dat is een extra hobbel, waardoor studenten hun ambitie niet altijd kunnen realiseren. Met een breed aanbod van masters door hogescholen is er meer te kiezen voor hbo- én wo-bachelorstudenten.”

Marjan: “Als ik met studenten van Avans praat, merk ik dat zij zich graag willen verdiepen na hun bacheloropleiding. Oók in de manier waarop het hbo praktijkgericht onderzoek vormgeeft.”

Joep: “Inderdaad, met de masters versterken we ons onderzoek ook. Het leidt ertoe dat we studenten in een andere fase hebben, met ander onderwijs. En het leidt uiteindelijk ook tot een verdere doorontwikkeling van het eigen personeelsbestand.”  

In het verleden zagen Avans en Fontys elkaar niet altijd als partners. Hoe kwam dat?

Joep: “Gedeeltelijk door ons bekostigingsstelsel, dat is gebaseerd op het aantal studenten. Daarnaast had het te maken met een bepaalde trots op onze eigen identiteit. Avans en Fontys verschillen ook wel een beetje van elkaar. En dat is ook helemaal niet erg: je mag best trots zijn op je eigen performance. Maar dat moet je niet overdrijven: uiteindelijk zijn we er allebei om studenten en de maatschappij te bedienen.” 

Waarom hebben we nu wel het besef dat we de handen ineen moeten slaan?

Marjan: “De vraagstukken in de maatschappij worden groter en groter. Die kunnen we vaak allang niet meer oplossen vanuit één organisatie, maar alleen door samen te werken. Denk bijvoorbeeld aan de vergrijzing, de toekomst van de zorg en ontwikkelingen in het onderwijs.”

Joep: “Neem project Beethoven, waarmee de Nederlandse overheid het vestigingsklimaat voor de microchipsector in de Brainportregio wil versterken. Een urgent maatschappelijk probleem. Fontys werd uitgenodigd om bij dat project aan te haken. Wij hebben toen direct gezegd dat we hier ook andere hogescholen bij wilden betrekken, waaronder Avans. Dat zou in het verleden niet snel gebeuren, maar dit is dus een voorbeeld van een vraagstuk dat zo groot en complex is dat je samen móet optrekken.”

Is de daling van het aantal studenten ook een factor?

Marjan: “Daar hebben we inderdaad allebei mee te maken. Stel je voor: je biedt dezelfde opleiding aan. Die opleiding is heel relevant voor de regio, maar staat aan beide kanten onder druk door het teruglopende aantal studenten. Waarom zou je daar geen afspraken over maken?”

Joep: “Daarnaast is er nog een wereld te winnen als het gaat om mensen die het hbo-niveau aankunnen, maar die we nu nog onvoldoende bereiken. We hebben ons lang gefocust op de voltijdbachelors, maar er zijn ook allerlei andere groepen. We hadden het al over de masters, maar kijk ook naar de Associate degree-opleidingen. Ook dat is een gezamenlijke opgave. Kunnen we het aanbod goed op elkaar afstemmen, dan bereiken we samen een grotere groep.”

“De eerste concrete afspraak is al gemaakt: Avans gaat de Ad Technische Bedrijfskunde in Den Bosch aanvragen en Fontys in Tilburg. Wij gunnen Avans die regio en vice versa. We hebben ook afspraken gemaakt over de profilering van beide opleidingen, zodat het onderscheid voor studenten duidelijk is.”

Daar komt nog bij dat OCW-minister Bruins aanstuurt op samenwerking en onderling overleg om het onderwijsaanbod te bepalen.

Marjan: “In mijn tijd bij het ministerie concludeerden we al dat er veel inhoudelijke voordelen aan samenwerking binnen het onderwijs zitten. En inderdaad: als wij het initiatief niet nemen om het aanbod op elkaar af te stemmen, krijgen we die opdracht straks vanuit Den Haag. Het mooie is dus dat wij daarop vooruitlopen.”

Is de samenwerking dan uit nood geboren?

Marjan: “Nee, ik heb er ook echt een ideaal bij. Samen zijn we beter in staat om studenten op de juiste plek terecht te laten komen en de regio te bedienen. En we verlagen de drempel om onze kennis met elkaar te delen. We geven het signaal af aan onze collega’s: je hoeft niet samen te werken met de handrem erop. Op onderzoeksgebied weten we elkaar steeds beter te vinden, op onderwijsgebied valt er nog winst te behalen. Als we op dat gebied ook goed samenwerken, profiteert de maatschappij daarvan.”   

Joep: “De overtuiging dat we meer moeten samenwerken is er al veel langer. Bij Avans, Fontys en ook andere onderwijsinstellingen. Tot 2018 werkte ik bij Aeres Hogeschool en ook toen was het al een thema. Sámen moeten we de verantwoordelijkheid pakken die de maatschappij van ons vraagt, zonder ons achter de overheid te verschuilen. Het klopt natuurlijk wel dat urgentie helpt om ander gedrag te stimuleren.”

Wat gaat het deze samenwerking de Brabantse student concreet opleveren?

Joep: “In de eerste plaats dus dat we in ons opleidingsaanbod geen gaten laten vallen of opleidingen juist onnodig dubbel aanbieden. Daarnaast zal de behoefte aan keuzevrijheid onder studenten alleen maar toenemen, zéker bij studenten die niet tot de klassieke doelgroep behoren. Denk aan iemand met een specifieke opleidingsvraag, of studenten die hun opleiding willen combineren met hun werk. Misschien zijn die studenten wel gebaat bij een module van Avans én Fontys. Moeten wij ze dan binnen de poorten van onze eigen onderwijsinstelling houden? Dan zou het instellingsbelang prevaleren boven dat van de student.”

Marjan: “Tegelijkertijd hebben we ook nog veel jonge studenten die niet al te ver willen reizen. Wij moeten samen zorgen voor een volwaardig opleidingsaanbod in de provincie. Beter voor de student, beter voor Brabant.”

Wat zijn andere concrete voordelen?

Joep: “Of het nu een overheid, het bedrijfsleven of een andere partij is: het is voor hen prettig als zij merken dat de lijnen tussen Avans en Fontys kort zijn.”

Marjan: “En natuurlijk is het voor die partners ook een voordeel als relevante opleidingen behouden blijven voor de regio. Een ander voordeel, heel concreet en praktisch, is bijvoorbeeld dat we met elkaar overleggen over de inzet van krimpmiddelen, die we kunnen inzetten bij dalende studentenaantallen. En dat we al in de verkenningsfase overleggen welke opleidingen voor de toekomst en voor de arbeidsmarkt in de regio van belang zijn. Vervolgens gaan we in gesprek of we deze opleidingen gezamenlijk nieuw gaan aanbieden of het huidige opleidingsaanbod kunnen aanpassen. Dat geeft ook duidelijkheid aan medewerkers, die het onderwijs in alle rust kunnen blijven ontwikkelen.”

Joep: “Het is goed dat we die gesprekken op bestuursniveau voeren, maar het is essentieel dat we op álle niveaus met elkaar communiceren. Als we die rits niet sluiten, dan loopt het ergens spaak. Die Code of Conduct is een mooie bezegeling van onze toenadering, maar vergt wel onderhoud.”

Kan dat nog weleens gaan schuren?

Joep: “Dat gaat ongetwijfeld gebeuren.”

Leg eens uit.

Joep: “In beide organisaties wordt het ondernemerschap op de werkvloer gewaardeerd, en terecht. Maar dat betekent ook dat je soms voor verrassingen komt te staan. Er zou zomaar iets kunnen gebeuren dat niet in lijn is met onze afspraken. Maar doordat we nu structureel met elkaar aan tafel zitten, op alle niveaus, kun je dat uitspreken. Zonder dat meteen op het bordje van de overheid te leggen. Dat zullen niet altijd fijne gesprekken zijn, maar dat hoort erbij.”

Hoe ziet de samenwerking tussen Avans en Fontys eruit in 2035?

Marjan: “Als inhoudelijk inspirerend, levendig en vanzelfsprekend, als het aan mij ligt. We hebben dan voorzien in een goed, evenwichtig aanbod voor studenten in alle leeftijdsgroepen in Brabant.”

Kan de samenwerking wat jullie betreft niet ver genoeg gaan? Of is het in bepaalde opzichten ook juist goed om van eigen kracht uit te gaan?

Joep: “Onze eigen kracht ligt bij de inhoud, die ook regionaal gekleurd kan zijn. Dat blijft zo. West-Brabant is op veel gebieden anders dan Zuidoost-Brabant. Dat vraagt om een iets ander profiel van de hogeschool in die regio. Dat is ook prima.”

Marjan: “Als je allebei je eigen signatuur hebt, draagt dat ook bij aan de keuzevrijheid voor studenten. Dat kan hem zitten in de manier waarop je je onderwijs inricht, de inhoud van een bepaalde opleiding of hoe je je profileert. Zo vul je elkaar mooi aan.”

Joep: “Studenten moeten wat te kiezen hebben, dus dit is echt niet het begin van een grote gelijkschakeloperatie.”

Dus in 2035 zijn Avans en Fontys niet gefuseerd.

Joep: “Ik zie weinig voordelen om op een nog grotere schaal te gaan werken. Het maken van dit soort effectieve afspraken is in mijn ogen voldoende om onze maatschappelijke opdracht uit te voeren.”

Marjan: “Avans en Fontys zijn al grote hogescholen. Word je nog groter, dan moet je je processen zodanig inrichten dat je niet meer dicht bij je studenten en medewerkers kunt staan. En dat is essentieel om een hogeschool goed te kunnen besturen, heb ik in mijn eerste halfjaar al wel gemerkt.”

Meer nieuws

Goed voorbereid zijn op de impact van kunstmatige intelligentie
Grensoverschrijdend leren over duurzaamheid
Promovendus Dorieke Swinkels: ‘Iedere leerling heeft recht op het best mogelijke onderwijs’

Komt jouw beschikbaarheid niet overeen met die van de opleidingsmanager van je voorkeur. Plan dan evengoed een gesprek in! Elk van de aangegeven personen kan het gesprek met je aangaan.

Wil jij ook impact maken?

Plan dan nu een online kennismakingsgesprek en ontdek jouw carrièremogelijkheden bij Fontys Engineering.