We kunnen niet zonder taal. Toch hebben behoorlijk wat studenten, mede door de coronajaren, een achterstand en lopen ze daardoor vast in hun studie. Wat Fontys daaraan kan en moet doen? Hen nóg beter ondersteunen, vinden Tineke Ausems en Nathalie Ruijssenaars. De NPO-gelden helpen daarbij.
‘Een jaar geleden stond er een groep studenten van de Lerarenopleiding Geschiedenis aan mijn bureau. ‘We lopen vast met onze schrijfopdrachten’, was hun boodschap.’ Aan het woord is Nathalie, onderwijsmanager bij het team Mens en Maatschappij van de Lerarenopleiding in Sittard. ‘Al snel bleek dat ze worstelden met de tekstopbouw en met spelling. Ik klopte bij de sectie Nederlands aan. Kunnen jullie niet wat workshops geven? Die begonnen te lachen: met alleen een aantal workshops red je het niet. Dat het een véél groter probleem is, werd toen wel duidelijk.’
Aansluiting vinden
Intussen kreeg Tineke Ausems diezelfde signalen van verschillende Fontys-instituten. Als lid van de Fontys-brede regiegroep Talenbeleid houdt zij zich hiermee bezig. ‘Als student, maar ook daarna, heb je taal nodig om te kunnen overtuigen, enthousiasmeren en beargumenteren. Lukt dat niet, dan kan het onzeker maken. Daarbij komt dat deze studenten, zeker door de coronapandemie, sneller in een sociaal isolement terechtkomen. Het is moeilijker om aansluiting bij anderen te vinden en om de docent te benaderen met vragen.’
Lees het hele artikel ‘Het taalprobleem is véél groter dan gedacht’ op Fontys Hub
