Leren is zijn passie. Studenten enthousiast maken over het techniekvak zijn doel. En het winnen van de Docent van het Jaar-verkiezing zou de grote kers op de taart zijn. Automotive-docent Marc Mussaeus is één van de vijf genomineerden en gaat voor de eindstreep. “Zou een enorme eer zijn.”
Hoe hoorde jij over je nominatie?
“Nou ik wist eigenlijk al dat ik genomineerd zou gaan worden. Dat komt omdat ik in een Teams-omgeving met studenten zit en daar kwam een bericht langs van studenten die elkaar aanspoorden om mij te nomineren. Toen ik dat zag, maakte mijn hart wel een sprongetje. Zo leuk vond ik dat, echt supergaaf dat ik die waardering krijg.”
En wie zijn die studenten die jou genomineerd hebben?
“Als mijn gedachte klopt, dan zijn het studenten die ik hier in de werkplaats heb gehad. Een tijdje geleden heb ik zo’n zeventig vierdejaars Automotive-studenten de opdracht gegeven om een gesimuleerde fabriek te bouwen. Dat project doe ik al sinds 2018. Er zijn heel veel trainingen over de filosofie achter het bouwen van fabrieken en de gereedschappen die je daarvoor gebruikt, maar omdat die trainingen meestal heel droog en theoretisch zijn, heb ik jaren geleden dit project opgezet waarbij je juist heel ervaringsgericht leert. De studenten zijn daar altijd heel enthousiast over, maar ASML, die drie jaar geleden is komen kijken, was er ook heel uitgelaten over. Zij hebben toen zelfs gevraagd of ik ook zoiets voor professionals op wilde zetten. Toen is het balletje gaan rollen en nu doen we het niet alleen twee keer per jaar voor studenten, maar ook voor professionals uit de regio.”
Wat geeft jou – naast dit project – nou écht energie?
“Leren, dat is echt mijn passie. Uitzoeken hoe leerprocessen werken en hoe ik mensen daarin mee kan nemen. Iedereen zijn eigen keuzes laten maken terwijl ik ondersteun, en tegelijkertijd de verbinding met elkaar opzoeken. Maar ook het plezier dat we hiermee beleven en het gevoel dat je hebt als je ergens steeds beter in wordt.”
Wat is jouw tip of motto voor studenten of collega’s?
“Ik denk dat mijn belangrijkste motto is dat er een groot verschil is tussen snappen en kunnen. En dat het kunnen in het onderwijs toch vaak het ondergeschoven kindje is. Door die twee aspecten bij elkaar te brengen, bereiken we heel veel voor onze jongelui.”
Als je wint, wat zou je dan met het prijzengeld doen?
“Ik zou heel graag iets op willen zetten zodat techniekdocenten samen leren hoe we ons onderwijs nog effectiever, leuker en motiverender voor onze studenten kunnen maken. Iets waarin we als Engineering-docenten nog veel meer ván maar ook mét elkaar leren. Dat lijkt mij het allertofste om met dat geld te doen; daar een initiatief voor opzetten. In de vorm van een opleidingstraject bijvoorbeeld, waarbij docenten samen leren over onderwijsontwikkeling en onderwijsuitvoering, met bijbehorende toetsing.
Maar buiten dat, lijkt het me ook fantastisch om naar de landelijke Docent van het Jaar-verkiezing te gaan. Mijn collega Max Bogers heeft daar ooit gestaan en mocht toen een pitch geven over zijn visie op het onderwijs. Het lijkt me een enorme eer om namens Fontys ook mijn verhaal te mogen vertellen.”
