Bij Sormac in Venlo is er een kort lijntje met Fontys. Niet alleen zijn er doorlopend studenten aanwezig, technisch directeur Ruud Schreurs denkt ook mee over onderwijsvernieuwingen bij Fontys Werktuigbouwkunde. Die opleiding rondde hij zelf dertien jaar geleden af. ‘Voor de technische sector in Zuid-Nederland is het belangrijk dat de studie aantrekkelijk blijft.’
Hoe werk je samen met Fontys en wat levert dat op?
‘Bij Sormac produceren we machines voor de voedselverwerkingsindustrie. We hebben doorlopend stagiaires van Fontys-opleidingen als Mechatronica en Werktuigbouwkunde. Bij die laatste beoordeel ik ook afstudeerders. De laatste jaren zien we daarnaast steeds meer stagiaires van andere opleidingen, zoals Technische Bedrijfskunde, HR en Marketing en Communicatie. Enerzijds vind ik het belangrijk om hen de kans te bieden om van het werkveld te leren. Anderzijds levert het ons ook wat op: meerdere oud-stagiaires zijn nu medewerkers. Ze voelen zich écht verbonden met het bedrijf. Ik kan het weten. Dertien jaar geleden was ik hier zelf nog stagiair.’
Speel je ook een rol bij het vormgeven van Fontysonderwijs?
‘Ik denk bij Fontys Werktuigbouwkunde in een werkveldcommissie mee over het onderwijs. Dat die aansluiting met het bedrijfsleven er is, vind ik heel goed. Ik merk bijvoorbeeld dat studenten er vaak pas laat achter komen hoe breed werktuigbouwkunde eigenlijk is. Het is zoveel meer dan metaalbewerking. Als toekomstige studenten dat niet weten, valt de keus misschien niet op deze opleiding. Dat is zonde. Over zulke onderwerpen denk ik graag mee.’
Wat brengen studenten die nu het werkveld betreden mee?
‘Nieuwe ideeën en een frisse blik. Het valt me ook op dat zij vaak al goed kunnen plannen en organiseren. Ik merk dat daar op school steeds meer aandacht voor is, bijvoorbeeld door in groepen aan opdrachten voor bedrijven te werken. Daarmee ontwikkelen ze al projectmanagementvaardigheden.’
Welke onderdelen van het huidige onderwijs had je zelf graag gehad tijdens jouw opleiding destijds?
‘Ik heb zelf eerst een mbo-studie gedaan, voordat ik aan Fontys Werktuigbouwkunde begon. Maar medestudenten die havo als vooropleiding hadden, misten praktijkervaring. Nu is er meer aandacht voor de praktijk. Wat mij betreft mag er dat nóg meer zijn. Als studenten al vroeg inzicht krijgen in bedrijven en meer diepgang in productietechnieken, hebben ze daar in de toekomst profijt van.’
Welke ontwikkelingen verwacht je de komende tien jaar in jullie sector?
‘Ik denk dat er dan minder onderscheid is tussen de vakgebieden mechatronica en werktuigbouwkunde. Nu zie je nog dat er binnen een engineeringsafdeling een mechanische en een elektronische kant is. Ik verwacht dat dit samen zal vloeien tot één. Verder komen er nieuwe technologieën en automatiseringstechnieken bij. Daardoor verandert ook de productieruimte. Daar zullen straks steeds meer hoogopgeleide productiemedewerkers te vinden zijn die productiemachines zoals robots programmeren en aansturen.’
Wat vraagt dat van Fontys?
‘Het is belangrijk dat onderwijsinstellingen op de hoogte blijven van marktontwikkelingen. Tegelijkertijd gaan die zó snel dat studenten een deel van de vaardigheden beter in bedrijven kunnen leren. Als studenten leren plannen, communiceren en analyseren, ligt er al een mooie basis. Misschien nog wel belangrijker vind ik dat Fontys technische opleidingen blijft promoten en dat deze opleidingen aantrekkelijk blijven. In Zuid-Nederland is de maakindustrie groot. We zijn belangrijk voor de economie van Nederland. Als er niet genoeg technische medewerkers bijkomen, verdwijnen er misschien bedrijven naar het buitenland. Dat zou heel jammer zijn. Hoe je als opleiding dan aantrekkelijk blijft? Door in te spelen op nieuwe technologieën en door het werkveld aan te haken. Daar liggen kansen.’